stemrecht
Wèl lachen, maar wàt een zit en waarvóór vraag je je af…
Ik heb het hier natuurlijk over die allereerste A.L.V. uitgeroepen door het vers aangetreden bestuur, ergens tegen het einde van maart van dit jaar. Zelden heb ik zoveel mensen op dit evenement zien afkomen. En dat voor zo’n niets aan de hand vergadering… Ik heb mijn vaste stek achter in de stampvolle zaal maar weer eens opgezocht en vraag me al gauw af wat ik hier in godsnaam zit te doen en of ik niet liever op dat gezellig ogende terrasje bij de voordeur had willen blijven zitten. Prachtige lentedag en dus terrasjesweer en zelfs Pulchri heeft vandaag een terras, zij het dan –helaas- eenmalig. Jammer dat dit niet permanent is toegestaan: zo’n uit groenhouten bistro stoeltjes plus bijkleurende metalen tafeltjes opgetrokken terrasje aan het Lange Voorhout… Maar ja, het moet maar even wachten nu. Eerst vergaderen. Een leuk meisje – collegaatje naar ik aanneem- aan mijn rechterzijde, dus echt tegenvallen doet het nu ook weer niet. Maar tóch. Het blijft behelpen natuurlijk. Wat kunnen mensen toch zeuren om niks. En het bestuur lijkt alles wel best te vinden zolang het maar het idee heeft dat de club er financieel beter van wordt en ‘neemt elk voorstel mee’… Waar naartoe is me vooralsnog een raadsel. Of willen ze wellicht niemand voor het hoofd stoten. De goedgevulde zaal zit tenslotte voor minstens de helft vol met kunstlievende leden en die behoeven –zo heb ik begrepen- een speciale aanpak anno 2014. Tenslotte raken ze steeds meer geëmancipeerd en dat zullen we weten ook en wie niet horen wil moet voelen en meer van dat soort achterliggende gedachten… Over financiën gesproken. Ik houd m’n hart vast. We blijven toch nog wel een Schilderkundig Genootschap zeker. Of ben ik straks tegen wil en dank lid van die Sociëteit, je wéét wel… die aan het Lange Voorhout. En is het gebouw ook niet meer van mij… Ik krijg het er benauwd van. Of komt dat omdat de deur van de zaal het laatste half uur niet meer open is geweest. En dat met zoveel oudjes in de zaal. Gebrek aan voldoende zuurstof beïnvloedt ongetwijfeld het gedrag van de mens en vooral ook de geluiden die hij voortbrengt. En nu we het toch over vreemde uitlatingen hebben: vanachter de bestuurstafel klinken er kreten waar het eerste het beste veilinghuis jaloers op zou zijn. Alleen wordt er niet tijdig afgehamerd. Terwijl ik daar toch zo op zit te wachten. Dit kan toch zeker niet zomaar… Zelden heb ik zo’n kakofonie meegemaakt. Waarom wordt er nou niet ingegrepen… Waarom doet niemand hier iets aan… Wat een rotherrie. Gelukkig is daar eindelijk de rondvraag. ‘Gelukkig’ niet alleen omdat dit betekent dat de vergadering bijna voorbij is, maar vooral omdat ik nu eindelijk in alle rust kan protesteren tegen het feit dat ik in de gauwigheid in een werkgroep blijk te zijn opgenomen welke volgens mij nog niets eens officieel bestaat. Zou ik nu toch nog hebben zitten slapen… Een commissie die moet gaan bekijken of de mogelijkheid bestaat om de kunstlievenden binnen de club meer stemrecht te geven. Nòg meer… Hadden we niet eerst voor (of tegen) zo’n werkgroep moeten stemmen… En ja hoor, ik krijg gelijk. ‘Wie is er tégen’, vraagt dan alsnog het bestuur, en ik haast mij om mijn hand op te steken. Maar ik ben de enige zo lijkt het. Bij de vraag: ‘Wie is er vóór’ reageren, voor zover ik na een snelle blik over mijn schouder kan overzien, alleen maar kunstlievende leden en wordt het voorstel gewoon aangenomen, mij in opperste verwarring achterlatend. Ze hadden toch geen stemrecht… hoe kan dit dan toch worden doorgedrukt. Hadden we ze niet beter om die eierdozen kunnen sturen en aan het werk kunnen zetten in de sociëteit ter verbetering van de akoestiek. Dit zijn de slagers die straks hun eigen vlees gaan keuren…
Absolutely flabbergasted…