blues
het is koud
een nog pas vroege zondag
vindt jou
verwikkeld
in verwoed gevecht
met het vioolconcert in ‘D’,
koud ook jouw blik
bestemd voor mij
de gedachte aan jou
musicerend voor mij
verdrijft
de twaalfmatige treurnis
van de tenorsax
verwekt
op de late vrijdagavond,
nog altijd nazingend
in mijn nog maar
traag tikkend bewustzijn…
mijn pen vol schroom
en zacht mijn droom
van jou,
drijfnat,
doordrenkt van bier
een verlaten notatie in ‘F
op vilt
ik mis je nu al…